‘Ik was een jaar of tien toen ik het Apolloprogramma van NASA ontdekte.’
Michel Peters is algemeen directeur van NLR en begon zo’n dertig jaar geleden zijn carrière bij deze technisch-wetenschappelijke organisatie. Net als voor velen die er werken, begon zijn passie voor de lucht- en ruimtevaart in zijn vroege jaren. “Ik was een jaar of tien toen ik het Apolloprogramma van NASA ontdekte. Dat vond ik zo mooi. Wat dat betreft was ik typisch een jongen. Die willen allemaal straaljagerpiloot worden. Dat wilde ik ook, maar ik draag een bril dus dat was kansloos. Anders had ik het zeer zeker geprobeerd!”
Zijn passie volgend, ging hij Elektrotechniek studeren aan de TU Delft, met als specialisatie avionica. Na zijn studie trad Michel in dienst bij NLR, daarbij vloog hij regelmatig zelf in zijn vrije tijd. Zowel zweefvliegen als motorisch. Alleen was daar op een gegeven moment geen tijd meer voor. Zelf geeft hij aan bijzonder graag weer te willen gaan vliegen.
“Ik zit vaak genoeg in een vliegtuig, maar ik zou juist zelf weer aan het stuur willen zitten.”
‘Waar een klein land groot in kan zijn’
Inmiddels is Michel bijna tien jaar directeur van NLR. In deze periode is er veel gebeurd. Binnen Nederland is de synergie met de andere onderzoeksinstituten versterkt en zijn er bijzondere samenwerkingsvormen met het bedrijfsleven neergezet. Michel omschrijft NLR als wereldspeler; kleiner in omvang dan vergelijkbare kennisinstellingen in het buitenland, maar wel een belangrijke rol spelend op wereldniveau. Dat zit hem in de vakinhoudelijke kennis en de kwaliteit die het NLR team levert. “Waar een klein land groot in kan zijn, dat toont NLR aan.” Hij voegt daaraan toe: “NLR is een kennisonderneming. Met nationale taken voor verschillende ministeries en bedrijfsleven, maar ook steeds meer internationaal opererend met klanten als Airbus, Boeing, Embraer, ESA, Lockheed Martin en de Europese Unie. Wat de laatste betreft werken we veel samen met andere Europees kennisinstellingen in EU programma’s als Clean Sky en SESAR. En die kennis die we daar opdoen passen we vervolgens ook toe in Nederland.”
Gevraagd naar de belangrijkste bijdragen van NLR aan de lucht- en ruimtevaart, noemt Michel: “De ontwikkeling van het lichte materiaal GLARE, een combinatie van metaal en glasvezel, dat bestand is tegen vermoeiing en gebruikt is voor het rompdeel van de A380. Daarnaast het veiligheidsonderzoek waarin NLR een wereldpositie heeft en al sinds jaar en dag partijen ondersteunt bij het oplossen van complexe veiligheidsproblemen.”
Blik op de toekomst: duurzame luchtvaart en veiligheid
Emissieloos vliegen is nu de grootste uitdaging voor de luchtvaart en dus ook voor NLR, legt Michel uit. Een doel dat in 2070 haalbaar moet zijn en waarmee hij doelt op het naar nul terugdringen van uitstoot van gassen als NOx en CO2. Op het gebied van geluid is dat een stuk lastiger. “Een elektrisch aangedreven vliegtuig maakt wel minder, maar nog steeds geluid. Het is bijna onmogelijk om een voorwerp door de lucht te laten vliegen zonder dat het geluid maakt. Ook een elektrische auto of trein maakt geluid. Ook veiligheid blijft een stip op de horizon.”
“Hoewel de luchtvaart al heel veilig is, streeft NLR naar nul ongelukken.”
De kroon op het werk en de medewerkers
Dit jaar viert NLR haar 100-jarig jubileum. De bekroning op het werk van NLR en zijn medewerkers door de jaren heen, is toch wel de toekenning van het Koninklijk predicaat aan NLR ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan. NLR mag zich nu Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum noemen.
Michel Peters, en samen met hem heel veel medewerkers, is ‘apetrots’. “We zijn er heel trots op dat wij voortaan het predicaat Koninklijk mogen voeren. Het is een bekroning op het werk van onze medewerkers, al 100 jaar lang. Hun kennis en kunde is en blijft de drijvende kracht achter baanbrekende innovaties. Het predicaat is een stimulans voor de toekomst en sterkt NLR en onze medewerkers in onze ambitie om lucht- en ruimtevaart blijvend duurzamer te maken. Wij zijn vastbesloten om samen met de sector daarin onze bijdrage te leveren. We zijn een prachtige organisatie met ambitieuze mensen. Daar ben ik ontzettend trots op!”