VVD, D66, Groenlinks en CDA onderstrepen kansen voor economie en milieu
Den Haag, 16 februari – Er liggen grote kansen voor de Nederlandse lucht- en ruimtevaart met positieve effecten voor werkgelegenheid, kennisontwikkeling en duurzaamheid als overheid en industrie meer samenwerken op het gebied van innovatie en internationale promotie. Dat is de voornaamste conclusie van het debat tussen Tweede Kamerleden en bedrijfsleven dat gisteravond plaatsvond in Den Haag.
De 4 aanwezige politieke partijen VVD, D66, CDA en GroenLinks waren het in het Haagse Dudok unaniem eens met de eerste stelling van het debat dat werd georganiseerd door de lucht- en ruimtevaartindustrie: Nederland moet investeren in ruimtevaart om op die manier zowel economische groei te stimuleren als ook maatschappelijke problemen op te lossen.
Bring in the Dutch!
Remco Dijkstra van de VVD onderstreept de grote economische waarde van de ruimtevaartsector: “Iedere investeringseuro in de ruimtevaart levert ons 5 of 6 euro op. De sector moet dus laten zien wat het in huis heeft. De overheid kan dan launching customer zijn en optreden als ambassadeur. Bring in The Dutch!”
Juist de grote rol die de ruimtevaart kan spelen bij het oplossen van grote milieuvraagstukken wordt door de aanwezige politieke partijen onderkend. Kees Verhoeven van D66: “Ruimtevaart heeft voor veel mensen ten onrechte een ‘verweg-gevoel’, terwijl de impact ervan juist heel dichtbij is.” Groenlinks kamerlid Suzanne Kröger vindt dat Nederland niet per se het beste jongetje van de klas hoeft te zijn, maar benadrukt de rol van de ruimtevaart bij het oplossen van internationale klimaatdoelen: “Het nut van satellietbeelden bij het bestrijden van bosbranden is een goed voorbeeld van het enorme belang van ruimtevaart.”
Geen level playing field René van Doorn van Lucht- en Ruimtevaart Nederland benadrukt de ongelijke strijd met de omliggende landen waar de overheid een actieve stimulerende rol vervult: “Er is geen level playing field in Europa.” Van Doorn wijst op de enorme groeiverwachting van de sector en de grote impact op milieu en maatschappij: “Onze maakindustrie heeft een sterke internationale positie en kan bijdragen aan zowel economische groei als het vergroenen en verstillen van vliegtuigen.”
De industrie doet daarom een beroep op de overheid en politiek om zich in te zetten als ambassadeur om ook buiten Nederland de economische belangen van de lucht- en ruimtevaartsector te behartigen.
Kamerlid Remco Dijkstra: “De VVD wil dat overheid en bedrijven samenwerken. Als de bedrijven een mooie showcase maken, kan de overheid die veelbetekenende ambassadeur zijn.”
Sectorspecifieke innovatiekrediet De organisaties aan tafel – Aeronamic, Airborne, Airbus Defence & Space Netherlands, ISIS, NLR, TU Delft, en Vanderlande – geven aan dat de sector weliswaar hoge rendementen kan realiseren, maar tegelijk extreem lange terugverdientijden kent: “Het duurt vaak meer dan twintig jaar voordat een investering is terugverdiend. Dat is voor de meeste private partijen te lang. En daar is de inzet van de overheid nodig.”
De bedrijven willen overigens geen subsidie, maar wel een kredietmogelijkheid die aansluit op de lange terugverdientijden. CDA Kamerlid Martijn van Helvert ziet hier een duidelijke taak voor de overheid en D66 gelooft in de mogelijkheden van een revolving fund dat als oplossing wordt genoemd.
Vrije wetenschap! Ook de wetenschap speelt een belangrijke rol bij de toekomstige groei en betekenis van lucht- en ruimtevaart. D66 ziet investeren in wetenschappelijk onderzoek als klassieke overheidstaak. De overheid speelt daarbij een belangrijke rol en zou zich moeten richten op oplossingen op de grote maatschappelijke thema’s. De samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijven in gouden driehoeken is daarbij cruciaal. Kees Verhoeven: “Op dit cruciale terrein moeten we niet zeuren over rendement. Het gaat om vrije wetenschap!”
Samen kansen verzilveren Er liggen grote kansen voor groei van de Nederlandse lucht- en ruimtevaart; met positieve effecten voor werkgelegenheid, kennisontwikkeling en duurzaamheid.
Het is voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen in deze sector van groot belang de overheid als partner aan haar zijde te hebben.
Aad Veenman sluit het debat daarom hoopvol af: “Ik heb nog nooit zoveel begrip gezien tussen industrie en politici. Alle partijen willen innoveren en investeren. Dat revolving fund moet er dus gewoon komen. En als het woord ‘innovatie’ zo vaak wordt genoemd als vandaag dan geeft dat een mens moed!”