Naar aanleiding van de aanvankelijke sluiting van het Nederlandse luchtruim voor alle luchtverkeer in verband met vulkaanas heeft het NLR testvluchten uitgevoerd om de gebieden met de veronderstelde vulkaanas te observeren.
Beschrijving van de werkzaamheden Op 18, 19, 20 en 23 april 2010 zijn er gebieden met verspreide as opgespoord en geobserveerd. Bij de vluchten van 20 en 23 april is het instrumentarium voor het detecteren van deeltjes geëvalueerd om de visuele waarnemingen te staven.
Resultaten en conclusies De vluchten op 18 en 19 april hadden primair tot doel om na te gaan of de gebieden met verspreide as zichtbaar waren voor het blote oog en om de positie van deze gebieden, zoals voorspeld door dispersiemodellen van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), te verifiëren. De voorspellingen van het KNMI bleken nauwkeuriger te zijn dan de meer algemene voorspellingen van het Volcanic Ash Advisory Centre (VAAC) in Londen. Aanleiding voor de vlucht van 20 april was een melding van een piloot (PIREP) aangaande mogelijke vulkaanas in een bepaald gebied. In overeenstemming met de voorspellingen van het KNMI werd er geen vulkaanas aangetroffen. Met de vlucht van 23 april die speciaal gericht was op betere observatietechnieken, werd aangetoond dat er mogelijkheden bestaan om de massadichtheid van deeltjes in wolken te meten. Toepasbaarheid Naast visuele waarnemingen die in omstandigheden met een heldere lucht waardevol zijn gebleken, kan NLR zogenaamde in situ-metingen van de deeltjesdichtheid (aantal deeltjes per eenheid volume) verrichten. Deze mogelijkheid kan worden gehanteerd voor het bepalen van de relatieve contouren van de verspreiding van de deeltjes. Om deze meetwaarden te vertalen in een absolute waarde (bijvoorbeeld de bepaling van de rand van de contour van 2 mg/m3), moeten er verschillende aannames worden gemaakt en is verdere kalibrering van de meettechniek noodzakelijk.
Voor de onmiddellijke toekomst wordt verdere verbetering van de sensoren, waaronder een meer nauwkeurige bepaling van de deeltjesmassa en real-time analyse van de samenstelling van de gemeten deeltjes (om eventuele water- en ijsdeeltjes van de meting uit te sluiten), overwogen.