NLR heeft voor het eerst in Nederland een kleine drone voorzien van een transponder, zoals die ook wordt toegepast in bemande (verkeers)vliegtuigen. Met een transponder kan de luchtverkeersleiding de positie van de drone in de lucht volgen. De Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft het gebruik van een transponder verplicht gesteld voor vluchten die plaatsvinden in het controle gebied van een luchthaven.
Maatschappelijke toepassingen van drones
De Nederlandse drone operator Dutch Drone Company (DDC) heeft de inspectie van een in gebruik zijnde affakkelinstallatie op een productie locatie van Shell Pernis succesvol kunnen uitvoeren, dank zij de technische ondersteuning van het NLR. Door het gebruik van een drone voor deze inspectie hoeft de productie niet te worden stilgelegd, wat bij een normale ‘menselijke’ inspectie wel vereist is. Deze toepassing levert een aanzienlijke kostenbesparing, een lagere milieubelasting en verbetering van de veiligheid op. Jan-Floris Boer, projectleider bij het NLR: “Deze drone inspectievlucht was uniek doordat met een transponder nu ook in het controle gebied van een luchthaven kon worden gevlogen. De sector werkt nu samen met LVNL aan vervolgstappen. Hiermee wordt de weg vrijgemaakt voor nog meer maatschappelijk relevante toepassingen van drones.”
De drone van DDC is een Ascending Technologies Falcon 8 Octocopter met een startgewicht van 2.3 kg. Er is een commercieel beschikbare transponder gemonteerd en een speciaal voor deze drone ontworpen antenne. Na integratie van het transponder systeem zijn verschillende testen uitgevoerd, zowel op de grond als in de lucht. De testvluchten, evenals de technische keuring, van de aangepaste drone (met verhoogd startgewicht) hebben plaatsgevonden op het Nederlands RPAS Testcentrum (NRTC), dat onderdeel is van NLR.