In de serie ‘De mensen van NLR’ (NLR People) laten we zien wie de experts zijn van het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Wat drijft hen en waar werken ze aan achter de schermen. In deze aflevering: Elisabeth van der Sman, werkt als consultant en teamleider duurzame luchtvaart bij het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR).
‘Een duurzame luchtvaart gaat verder dan CO2-uitstoot. Ons onderzoek laat het totaalplaatje zien’
Bij de koffieautomaat op kantoor, op het Binnenhof en in de Europese Commissie in Brussel: klimaatverandering en de rol die de luchtvaart daarin speelt, zijn de afgelopen jaren steeds vaker onderwerp van gesprek. Maar waar de wetenschap ruimschoots heeft bewezen dat klimaatverandering gevolgen gaat hebben voor onze planeet, wordt de urgentie om er nu daadwerkelijk naar te handelen in het maatschappelijk debat soms in twijfel getrokken.
Elisabeth van der Sman werkt als consultant en teamleider duurzame luchtvaart bij het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR). Ze is onder andere gespecialiseerd in onderzoek naar de impact van duurzame vliegtuigbrandstoffen en nieuwe energiedragers, zoals waterstof, op duurzame luchtvaart. Met haar onderzoek zorgt ze ervoor dat de gesprekken, discussies en debatten worden gevoerd op basis van wetenschappelijk onderbouwde feiten, in plaats van een onderbuikgevoel. “Wij vertalen de resultaten van ons onderzoek naar iets waar de overheid en het bedrijfsleven in de praktijk op voort kunnen borduren in hun beleid en plannen. In deze rol lever ik een concrete bijdrage aan de verduurzaming van de luchtvaart– en dat geeft een goed gevoel.”
Divers team als prioriteit
De luchtvaart interesseert Elisabeth al vanaf kinds af aan. Op jonge leeftijd verhuist ze met haar ouders naar Florence, die in de kunstsector werken. Als kind vliegt ze vaak heen weer tussen Nederland en Italië. Ze wordt betoverd door vliegtuigen – en die fascinatie beklijft. Om haar passie voor luchtvaart en techniek te combineren kiest ze voor de studie lucht- en ruimtevaarttechniek. Dat had ze ook in Pisa kunnen doen, dichtbij huis, maar ze gaat voor het avontuur en schrijft zich in bij de TU Delft.
Na haar studie werkt Elisabeth een aantal jaar bij Shell, maar ze wil graag een baan waarmee ze een concrete bijdrage kan leveren aan een duurzame toekomst. Zo komt ze in 2018 bij NLR terecht. Het feit dat ze naast de Nederlandse ook de Italiaanse cultuur met de paplepel kreeg ingegoten, heeft haar veel gebracht. “Ik heb daardoor geleerd om dingen vanuit meerdere perspectieven te bekijken en niet vastgeroest te raken in mijn eigen overtuigingen. Het past bij me om verschillende meningen bij elkaar te brengen en met adviezen te komen.”
Dat neemt ze mee in haar nieuwe functie als manager van het duurzaamheidsteam. Het creëren van een open sfeer waarin iedereen zich prettig voelt, is haar prioriteit. “Verschillende leeftijden, genders en nationaliteiten brengen allerlei perspectieven met zich mee, dat komt ten goede aan onze resultaten. Als leidinggevende zie ik het als mijn taak dat iedereen zijn plek weet te vinden en in zijn kracht wordt gezet. Ik weet uit eigen ervaring dat het voor jonge ouders belangrijk is dat een werkgever flexibel is.”
In haar team heerst een sterk gevoel van noodzaak om impact te maken. Dat past bij de jongere generatie, beaamt Elisabeth, waarvoor de gevolgen van klimaatverandering steeds sterker voelbaar zullen zijn.
“We werken aan de luchtvaart van morgen met een diverse club mensen. En zo hoort dat ook: het is een wereldwijde uitdaging die om een integrale, internationale aanpak vraagt.”
Impact maken via Europese roadmap en klimaattafels
Waar er voor 2019 nagenoeg geen klimaatafspraken waren, sloegen overheden op zowel Europees als nationaal niveau een nieuwe weg in. Zo hielp Elisabeth onder andere het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met het optuigen van zogenoemde klimaattafels. Meerdere Nederlandse partijen hebben daarbij gesproken over concrete bijdragen aan de veranderingen die nodig zijn binnen verschillende sectoren. Dit leidde onder andere tot het Ontwerpakkoord Duurzame Luchtvaart. Ondertussen werd op Europees niveau aan de Green Deal gewerkt. Daarmee samenhangend was Elisabeth namens NLR betrokken bij het ontwikkelen van Destination 2050 voor de Europese luchtvaartsector. Deze roadmap schetst een pad naar een CO₂-neutrale Europese luchtvaart in 2050. Onderzoek toont daarbij aan dat het grootste deel van de CO₂-uitstoot (ca. 90%) gereduceerd kan worden door de inzet van nieuwe technologieën, efficiëntere operaties en – als belangrijkste – duurzame brandstoffen. De overige 10% kan gecompenseerd worden via carbon capture and storage, waarbij uitgestoten CO2 wordt afgevangen zodat het niet in de atmosfeer terecht komt. Maar de conclusie luidt ook: dit lukt alleen als de luchtvaartsector en overheden gezamenlijk en daadkrachtig optreden. “We zijn in een relatief korte periode gewijzigd van een situatie waarin er nauwelijks concrete klimaatafspraken waren, naar een situatie met een heel duidelijk doel: CO₂-neutraal worden in 2050. De strategie ligt er inmiddels. Wij ondersteunen de sector en overheid nu met het uitwerken van plannen om dat doel ook echt te halen.”
“Het is in ieder geval mooi om te beseffen dat steeds meer partijen duurzaamheid hoog op de agenda hebben staan”. Zo bracht NLR in 2023 voor Schiphol in kaart wat er nodig is om de CO₂-uitstoot van de luchthaven in lijn te brengen met het Klimaatakkoord van Parijs. “Mede op basis van NLR-onderzoek, heeft de luchthaven opgeroepen tot het zwaarder beprijzen van langeafstandsvluchten. Die zorgen per vlucht namelijk voor de meeste CO₂-uitstoot.” Deze maatregel is ook onderdeel van het nieuwe hoofdlijnenakkoord.
Het totaalplaatje
De totale klimaatimpact van de sector behelst echter meer dan alleen het reduceren van CO₂-emissies. Waar de plannen voor een CO2-neutrale luchtvaart inmiddels op tafel liggen, is er nog geen roadmap voor een klimaatneutrale luchtvaartsector waarin ook niet-CO2-gerelateerde klimaateffecten, zoals stikstofoxiden (NOX), roetdeeltjes, zwaveloxiden (SOX) en waterdamp (H2O), meegenomen worden.
Volledige spectrum van klimaatimpact aanpakken
Het adresseren van de niet-CO₂-klimaateffecten is een belangrijke stap in de richting van klimaatneutrale luchtvaart. Met het programma Klimaatneutrale luchtvaart werkt NLR aan een schonere en stillere luchtvaart die minder impact heeft op het klimaat en de omgeving. Als voorbeeld valt het Europese onderzoeksproject ClimOP onder dit programma. Het project is inmiddels afgerond waarbij operationele verbeteringen werden onderzocht om het volledige spectrum van de klimaatimpact van de luchtvaart aan te pakken en dus ook niet-CO2-klimaateffecten, zoals vliegtuigstrepen (contrails), mee te nemen.
Sommige maatregelen voor het verminderen van de CO₂-uitstoot – zoals het bijmengen van duurzame luchtvaartbrandstoffen (SAF) – kunnen ook bijdragen aan het verminderen van de niet-CO2-klimaateffecten van vliegen. Elisabeth: “De samenstelling van de brandstof heeft invloed op de deeltjes en gassen die uitgestoten worden bij de verbranding. Dat is dus een win-win situatie.”
Een ding is zeker: de luchtvaart is een zeer complexe sector waarin ontwikkelingen en innovaties een lange aanloop hebben. “Er is niet één silver bullet. Voor een klimaatneutrale luchtvaart moet er op meerdere vlakken nog veel gebeuren.”
Wil je meer weten over niet-CO₂-klimaateffecten? Kijk dan eens naar de impactrapportage 2023 waarin, naast ClimOP, ook andere projecten zoals CICONIA aan bod komen.
—
Meer inspirerende NLR People verhalen: NLR People