Door de komst van nieuwe luchtvaartuigen, van drones tot het F-35-jachtvliegtuig, neemt de druk op ons schaarse luchtruim toe. Hoe kun je deze ‘nieuwkomers’ inpassen en laten samengaan met de bestaande luchtruimgebruikers? Het programma Veilige en Concurrerende Operatie (VCO) van NLR zoekt naar oplossingen.

Met Schiphol behoort Nederland tot de top drie van de grootste Europese luchthavens, maar we hebben een veel kleiner luchtruim dan veel andere landen. ‘Ons luchtruim zit al best vol’, zegt programmaleider Nick van den Dungen van Koninklijke NLR – het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. ‘Drones hebben steeds meer vliegruimte nodig en het ministerie van Defensie heeft bijvoorbeeld aangegeven dat het F35-jachtvliegtuig meer luchtruim nodig heeft om te oefenen dan de voorganger F-16. Daar komt nog bij dat we duurzamer willen vliegen en efficiëntere systemen willen ontwikkelen waardoor het vliegverkeer optimaal op elkaar aansluit. Om dit in goede banen te leiden, is veel onderzoek nodig.’

ITARO
Het leidde tot het kennisprogramma Veilige en Concurrerende Operatie, dat uit meerdere projecten bestaat. Een van die projecten waar NLR bij betrokken was is het Europese project ITARO, dat zich richtte op de invoering van duurzamere vliegoperaties met vaste naderingsroutes. Als onderdeel van een optimaal vliegpad kunnen vliegtuigen tijdens de landing continu dalen, waardoor minder motorvermogen nodig is, wat minder brandstofverbruik en geluidshinder veroorzaakt. ‘We hebben met luchtverkeerssimulatoren verschillende scenario’s doorgenomen om deze optimale routes te testen. Daarnaast hebben we door middel van een vliegproef onderzocht hoe dicht op elkaar de vliegtuigen het vliegveld kunnen naderen, om zodoende vertragingen en omvliegen te beperken.’ Het is belangrijk dat vliegtuigen niet te dicht bij elkaar in de buurt komen in verband met de veiligheid. Uit het onderzoek bleek dat de uitkomsten uit het onderzoek toepasbaar zijn in de praktijk. ‘Het is nu aan de airlines en luchtverkeersleidingsoperaties om dit in de praktijk te gaan gebruiken.’

Programmaleider Nick van den Dungen in de NARSIM-toren (NLR Air traffic control research simulator).

Elektrische vliegtuigen
NLR draagt ook bij aan het programma Luchtruimherziening van de Nederlandse overheid om het gebruik van het luchtruim beter in te delen en om duurzamer vliegen op grote schaal mogelijk te maken. ‘NLR heeft veel kennis opgebouwd over vliegtuigsystemen en -management en die kennis bundelen we in het programma.’ Toekomstig onderzoek zal zich ook steeds meer gaan richten op de integratie van nieuwe luchtvaartuigen in het luchtruim, voortgedreven door elektriciteit of waterstof. ‘Elektrische vliegtuigen vliegen minder snel en lager dan ‘gewone’ passagiersvliegtuigen en zijn meestal propeller aangedreven. Die propellers produceren ook geluid. Wat betekent dat voor de geluidsoverlast in de gebieden waar ze overheen willen vliegen? Uiteraard is dat een belangrijke factor naast het beperken van de klimaatimpact. Gelukkig doen we daar bij NLR ook veel onderzoek naar.’

Dit is een artikel uit TO2MORROW 2024. Klik op de bovenstaande afbeelding om de volledige editie van het magazine te downloaden, of ga hier naar de website van de TO2-federatie. Het magazine is beschikbaar in het Nederlands en in het Engels.