Ik zal het maar meteen opbiechten: ik ben niet zo’n Lubach-fan. Hoe terecht de aandacht die hij aan onderwerpen besteed ook is, en hoe goed de redactie die onderwerpen vaak ook onderzoekt, doen de grapjes en effecten bij mij meer kwaad dan goed.

Dat doet er verder niet zoveel toe, maar vormt hopelijk een goed excuus voor het feit dat ik zijn aflevering over vliegschaamte van een maand geleden had gemist, terwijl dat onderwerp toch behoorlijk in mijn straatje ligt. Na een lovende recensie heb ik de 8 minuten zojuist alsnog teruggekeken. Dat bracht veel herkenning en driftig ja-geknik (40 keer per jaar in het vliegtuig – doe normaal!), maar ook drie momenten van driftiger nee-schudden. Op drie onderwerpen snijdt Lubach namelijk een bocht af, waardoor ‘ie de feiten nét mist, of niet het volledige verhaal vertelt. In deze blog zet ik dat recht. Dat is misschien een minder smeuïg verhaal en de grapjes moet je er zelf bij bedenken, maar aan de andere kant: dit stuk heb je al na 5 minuten uit.

Eerst in het kort wat meer context over de uitzending van ‘De avondshow met Arjen Lubach’, die meerdere keren per week in de avond te zien is op NPO 1. ‘De host duikt via de waan van de dag langs inspirerende gasten tot op de bodem van het nieuws’, zoals op de website van de VPRO te lezen valt. In aflevering 6 op dinsdag 13 september ging het dus onder andere over de prijs van vliegen.

Dan hieronder zijn oordelen waar ik toch graag – wellicht iets minder luchtig – nog even op in ga.

1: We hoeven helemaal niet terug naar 1944
Eén van de verklaringen die Lubach geeft voor de lage prijs van vliegtickets, is het gebrek aan een brandstofbelasting. Inderdaad is kerosine vrijgesteld van belasting en houdt dat de ticketprijzen laag. Dat is echter geen ICAO-regelgeving, zoals Lubach wél beweert. De details daarvan besprak ik eerder, maar kort samengevat: er ís een ICAO-resolutie die lidstaten oproept om kerosine niet te belasten, maar dat is géén bindende regelgeving. Dat blijkt overigens ook uit de wetsvoorstellen in het Europese Fit for 55-pakket, die onder andere een intra-Europese kerosinebelasting bevatten. Als ICAO wél bindend was geweest, had dat immers niet gekund.

Dat ICAO hier geen zeggenschap over heeft, maakt het overigens niet eenvoudig om een kerosinebelasting in te voeren. Voor die details, verwijs ik je echter terug naar mijn vorige blog. Nu: terug naar Lubach.

Screenshot van ‘De avondshow met Arjen Lubach’ op NPO 1.

2: Er is een verschil tussen zeggen en doen
Iets verderop in de aflevering komt een onderzoek (gepubliceerd in het Algemeen Dagblad) voorbij waaruit zou blijken dat bijna de helft van de Nederlanders vindt dat prijzen van vliegreizen in Europa verdubbeld zouden mogen worden. Lubach benadrukt dat zowel mensen met een laag als met een hoog inkomen dat vinden. Hij gaat alleen voorbij aan de zogenaamde ‘say-do-gap’: een effect dat juist in duurzaamheidskwesties veel opkomt. Wat ik daarmee bedoel? Hoe vaak heb jij goede voornemens gemaakt en hoe vaak heb je je daar echt aan gehouden? Dat, dus.

3: BTW
Als het over belastingvrijstelling van kerosine gaat, dan komt de BTW-vrijstelling meestal ook snel aan de orde. Dat geldt ook voor de uitzending van Lubach. En wederom: de basis klopt, want over internationale vliegtickets wordt geen BTW geheven. Kernwoord daarbij is “internationale”: als je van Amsterdam naar Lelystad zou vliegen (niet doen!), betaal je daarover 100% zeker wel BTW. Echter, waarom dat dan niet geldt voor grensoverschrijdende trips, vertelt Lubach niet. Eén van de dingen die daarbij meespeelt is dat – in ieder geval in de EU – BTW moet worden afgedragen in het land waar een dienst geleverd wordt (Richtlijn 2006/112/EC, artikel 48). Effectief betekent dat dat dat de hoeveelheid BTW die je als passagier zou moeten betalen, afhangt van de route die je vliegt. Die route is vervolgens weer afhankelijk van weeromstandigheden en het verkeersbeeld op dat moment, en staat dus nooit helemaal van te voren vast. Dat maakt het lastig – om niet te zeggen: praktisch onmogelijk – om BTW te bepalen en te heffen. En dan hebben we het nog niet gehad over de verschillen in BTW-tarief in lidstaten van de EU…

“Dus dat waren je drie belangrijke punten”, vraag jij? “Ja”, zeg ik. In jouw optiek zijn het misschien details, maar naar mijn idee zijn het wel relevante details. Details die een verschil maken, want ze schijnen een ander licht op waarom sommige dingen zijn zoals ze zijn, of wat er nodig is om zaken te veranderen. Voor een kerosinebelasting hoeven we niet naar ICAO, maar vooral naar Den Haag: dáár gaan ze over de luchtvaartverdragen die Nederland met de rest van de wereld heeft. Vliegtickets duurder maken, om zo inkomsten te genereren voor snellere vlootvernieuwing, duurzame brandstoffen of CO2-compensatie? Gaat waarschijnlijk niet werken, want recent ACM-onderzoek (p. 21) bevestigde dat maar een kleine groep (10%) daar écht meer geld voor over heeft, terwijl de rest pijnlijk genoeg op een luchthaven over de grens instapt – zelfs als de daadwerkelijke reis daardoor langer wordt, zeer waarschijnlijk met meer CO2-uitstoot tot gevolg. En die BTW-vrijstelling? Geen subsidie voor de luchtvaart dus, maar het gevolg van regelgeving die niet goed is toe te passen op internationale vliegreizen.

Details doen ertoe. Mocht je de volgende keer dus twijfelen of je talkshow, podcast, vlog of opiniestuk klopt en compleet is? Zolang het over luchtvaart gaat kijken en denken mijn collega’s en ik graag met je mee. Ook als je geen Arjen heet.


Over de auteur

Bram Peerlings werkt als adviseur en onderzoeker ‘duurzame luchtvaart’ op de afdeling ‘Milieu en Duurzaamheid’ van Koninklijke NLR en focust met name op CO2-uitstoot en klimaateffecten van de luchtvaart. Daarnaast leidt hij het NLR-brede en multidisciplinaire onderzoeksprogramma naar klimaatneutrale luchtvaart. Naast zijn technische opleiding in lucht- en ruimtevaarttechniek studeerde hij wetenschapscommunicatie (beide TU Delft), om meer inzicht te krijgen in het samenspel tussen techniek en maatschappij. Vragen of reacties? U kunt contact opnemen met Bram via bram.peerlings@nlr.nl.